Weerselo • het Stift 1 t/m 23 • In 1142 werd de kerk van Weerselo met al haar goederen aan de ridder Hugo van Buren geschonken. Tot die tijd was deze kerk een kapel die vanuit de kapittelkerk van Sint-Plechelmus te Oldenzaal werd bestuurd. Hugo van Buren besloot er samen met zijn gezellen een teruggetrokken leven te gaan leiden. Op 14 september 1152 werd de kapel officieel tot klooster gewijd. Aanvankelijk was het een benedictijnenklooster voor zowel paters als zusters. In de eerste eeuwen volgend op de wijding had het klooster zwaar te lijden onder de roofzucht van Twentse edelen, met name de Heren van Saasveld. Op een gegeven moment trokken de paters naar Utrecht en bleven de zusters alleen achter. Daarop werden vrouwen van adellijke afkomst toegelaten tot het klooster om een goede opvoeding. De strenge regels van het oorspronkelijke Benedictijnenklooster vervaagden langzaam en kort na 1500 veranderde het klooster definitief in een vrij, adellijk sticht. Op Sint-Maarten van het jaar 1523 brandde het kloostercomplex geheel af. In 1626, toen Oldenzaal was veroverd op de Spanjaarden, werd door de Staten van Overijssel besloten dat ook in Weerselo een gereformeerde predikant moest worden aangesteld, welke zich in Het Stift vestigde. In 1809 bepaalde Lodewijk Napoleon Bonaparte dat de Stiftkerk te klein was voor de katholieke geloofsgemeenschap van Weerselo en dat daarom de hervormde gemeenschap deze kon behouden. In 1932 vond een grote restauratie plaats. In 1974 werden de Stiftshuizen, die rond 1800 waren afgebroken, op hun oude funderingen weer opgebouwd naar de originele tekeningen uit omstreeks 1750. • Zomer 2007