Informatie over
Ravenstein
Ravenstein is een stadje aan de Maas in Noord-Brabant in de gemeente Oss. Daarvoor vormde Ravenstein samen met een groot aantal dorpen een zelfstandige gemeente met ca 8500 inwoners. Het stadje ligt aan de spoorlijn Nijmegen - 's-Hertogenbosch en heeft ook een eigen station.
Een opmerkelijke gebeurtenis in de recente geschiedenis van het stadje voltrok zich op 16 november 2000. Ravenstein vormde toentertijd samen met een aantal andere kernen een zelfstandige gemeente met ongeveer 8500 inwoners. Op die datum besloot de gemeenteraad de gemeente op te heffen. Dit heeft uiteindelijk geleid tot de samenvoeging met de gemeente Oss in 2003. De gang van zaken is opmerkelijk omdat gemeentes zich in de meeste gevallen juist verweren tegen annexaties door andere gemeentes.
Geschiedenis
Ravenstein werd in 1360 gesticht door Walraven van Valkenburg, leenman van de hertog van Brabant, die toen aan de oever van de Maas een kasteel liet bouwen, na daarvoor jarenlang vanuit zijn kasteel te Herpen tol te hebben geheven over het verkeer op de rivier. In 1364 probeerde de hertog tevergeefs een einde te maken aan deze praktijk door het kasteel te belegeren.
Bij het kasteel ontstond het plaatsje Ravenstein, dat reeds in 1380 stadsrechten kreeg van Reinout van Valkenburg. In 1396 werd de heer van Ravenstein bij de slag bij Kleverham verslagen en gevangen genomen. De stad werd vervolgens Kleefs bezit. In 1522 werd de stad versterkt met wallen en bastions. Al in 1543 liet Karel V deze afbreken, met uitzondering van de stadspoorten waarvan er twee zijn behouden. Nadat in 1609 Johan Willem van Kleef en Gulik kinderloos stierf maakten verschillende pretendenten aanspraak op zijn gebied, de Gulik-Kleefse kwestie. Brandenburg riep hierbij de hulp in van de Staten van Holland, die de stad in 1621 bezetten. Er werden Staatse troepen in de stad gelegerd, die ook bleven nadat het gebied in 1624 officieel aan Brandenburg werd toegewezen. De protestanten lieten een van de twee kerken slopen en gebruikten de andere kerk zelf. De katholieke kerk werd verboden. De stad werd nogmaals versterkt met fortificaties.
In 1630 ging Ravenstein wederom over naar een nieuwe eigenaar, ditmaal het katholieke huis Palts-Neuburg. Het Staatse garnizoen verliet de stad tijdelijk, om in 1635 weer terug te keren. In 1641 werd er een speciale garnizoenskerk gebouwd. Ravenstein bleef echter buiten de Republiek en de vrijheid van godsdienst keerde terug. Het
Land van Ravenstein werd hierdoor een toevluchtsoord voor kloosterorden die uit de Republiek waren gevlucht, terwijl katholieken van over de grens in kerken op Ravensteins grondgebied de mis bijwoonden. Bij de komst van de Fransen in 1672 trok het Staatse garnizoen zich weer terug. De vestingwerken werden hierna gesloopt.
In 1735 werd in Ravenstein de Sint-Luciakerk gebouwd, de enige Nederlandse kerk in barokstijl buiten de provincie Limburg.
In 1794 maakte de Franse bezetting een einde aan de autonomie van Ravenstein. In 1800 werden Ravenstein en het bijbehorende land verkocht aan de Bataafse Republiek. Onder Nederlands bestuur werd het kasteel in 1818 tot en met de fundamenten gesloopt.
Vanaf de tweede helft van de 19e eeuw maakte Ravenstein een nieuwe bloeiperiode door dankzij de ligging aan een spoorlijn en de komst van industrie.